Celapram

Cipramil (Citalopram) - 20mg (28 tabletten)

Hoofdgebruik Depressie
Actieve ingrediënt Citalopram
Op de markt gebrachte naam Cipramil(UK), Celapram


Hoe werkt Celapram (Citalopram)?
Cipramil tabletten bevatten het actieve ingrediënt citalopram hydrochloride. Dit is een selectieve serotonine-heropnameremmer (Engels: Selective serotonin reuptake inhibitor, SSRI), welke een type antidepressivum is.

Antidepressiva oefenen invloed uit op zenuwcellen in de hersenen. In de hersenen zijn er talrijke verschillende chemische samenstellingen die neurotransmitters worden genoemd. Dit zijn chemische boodschappers tussen zenuwcellen. Serotonine is zo’n neurotransmitter en heeft verschillende functies waar we van af weten.

Het afgeven van serotonine vanuit zenuwcellen in de hersenen leidt tot verbetering van de humeur. Dit effect houdt op wanneer de serotonine wordt gereabsorbeerd door de zenuwcellen. Er wordt gedacht dat een een afgenomen afgifte van serotonine door de zenuwcellen in de hersenen, een oorzaak van depressie kan zijn.

SSRIs werken door het verhinderen van de reabsorptie van serotonine door de zenuwcellen in de hersenen. Hierdoor houdt het humeurverbeterende effect van serotonine langer aan. Zodoende helpt paroxetine met het verhelpen van depressie, paniek en angst.

Het kan twee tot vier weken duren voordat de effecten van het medicijn merkbaar worden, dus is het belangrijk om het te blijven innemen, ook als het in het begin geen effect schijnt te hebben. Neem contact op met uw arts indien u voelt dat uw depressie of angstgevoel is verergerd, of indien u onaangename gevoelens of gedachten ervaart in deze eerste paar weken.

Waar wordt Celapram (Citalopram) voor gebruikt?

• Depressieve aandoeningen
• Paniekstoornis met of zonder agorafobie (pleinvrees)

Celapram (Citalopram) Bijwerkingen

• Darmproblemen zoals diarrhee, constipatie, misselijkheid, braken of abdominale pijn
• Somnolentie (slaapdronkenheid)
• Droge mond
• Toename in transpiratie
• Hoofdpijn
• Schudbewegingen, vaak van de handen (tremor)
• Duizeligheid
• Slapheid of krachtsverlies (asthenie)
• Slapeloosheid (insomnia)
• Agitatie
• Zenuwachtigheid
• Hartkloppingen (palpitaties)
• Visuele storingen
• Geheugenverlies (amnesie)
• Veranderingen in eetlust en lichaamsgewicht
• Sexuele problemen